Jeu de boulesset

10,00

Algemene spelregels Jeu de Boules
Het team dat de toss heeft gewonnen, bepaalt waar gespeeld wordt en maakt op de grond een cirkel met een diameter van minimaal 35 en maximaal 50 centimeter. Deze zgn. werpcirkel moet minimaal 50 cm binnen de rand van het veld liggen.
Het werpen gebeurt vanuit de werpcirkel. De voeten van de speler moeten in de cirkel staan en mogen niet van hun plaats komen voordat het geworpen but of de boule de grond heeft geraakt. De boule wordt altijd onderhands gegooid.
Vanuit de werpcirkel mag een speler van dit team het but (het houten balletje) op een afstand van ten minste 6 meter en ten hoogste 10 meter gooien. Het but moet tenminste 1 meter van een obstakel afliggen. Degene die werpt moet in de werpcirkel met beide voeten op de grond blijven.
Het team dat het but werpt, speelt ook de eerste boule en probeert deze zo dicht mogelijk bij het but te plaatsen. De speler die het but werpt, hoeft niet als eerste te spelen, het mag ook een medespeler zijn.
Nu komt de tegenpartij aan de beurt. Deze probeert een boule dichter bij het but te werpen. Dit kan door een boule beter te plaatsen, of door een boule weg te stoten.
Lukt dit niet, dan mag datzelfde team een nieuwe bal gooien. Dit kan zo doorgaan, totdat alle boules van 1 team zijn gespeeld. In dat geval heeft het andere team 5 boules over die nog gespeeld kunnen worden en een kans maken voor een hogere score.
Lukt het de tegenpartij wel een boule dichter bij het but te plaatsen, dan is het a